Jan Jacobsz Rijcklandt
|
Nr.
|
1056556367
|
|
Index
|
|
broer
|
Willem Jacobsz Rijcklandt
|
Leeftijd
|
46
|
|
Geboren
|
± 1640
|
|
Aalsmeer
|
Gedoopt
|
|
|
|
Overleden
|
4 augustus 1686 Nieuwe Haarlemmersluis Moeselstijger, laat
drie kinderen na
|
|
Amsterdam
|
Begraven
|
Karthuizer Kerkhof
|
|
|
Beroep |
Poorter: 22 februari 1666 Sjouwer/ Vlotschuitenvoerder
|
|
|
|
Vader
|
Jacob Rijcklandt
|
Geboren |
|
|
Overleden |
|
|
|
Moeder
|
|
Geboren
|
|
Overleden
|
|
|
|
|
|
16 juli 1672
|
|
Amsterdam
|
|
Met
|
Lijsbeth Maartens Koninck
|
Geboren |
25 november 1640 |
Amsterdam
|
Gedoopt |
Evangelisch-Luthers, Lutherse Kerken |
|
Overleden |
18 april 1680 |
Amsterdam
|
Begraven |
Karthuizerkerkhof |
|
Ouders |
Marten Koninck |
|
|
|
|
Tijdsbeeld: 1668: Stadsverlichting:
Jan van der Heyden Schilder/uitvinder. Hij maakte
een nieuw plan voor de stadsverlichting 2556 lantaarnlampen, deze lampen
branden op raapolie s’winters werd er wat lijnolie bij gevoegd om
bevriezing te voorkomen. Ze bleven in functie tot 1840.
De
Jan hoog, voorzien van vier ruiten, waarvan er één als deurtje was uitgevoerd
om de lantaarn
te kunnen schoonmaken. In het deurtje was een luikje aan
gebracht om de lantaarn te ontsteken. Bovenop zat een soort schoorsteentje
(een‘snuiver’). De lantaarn was geplaatst op een vierkante eikenhouten paal
van twaalf voet lang (ruim drie meter) en zes duim dik (vijftien cm) of op een
houten wandarm met ongeveer een meter uitslag. Als brandstof gebruikte men een
mengsel van raap- en lijnolie. Voor onderhoud en bediening werden speciale
lantaarnaanstekers aangesteld. Zij moesten een eed afleggen waarin zij
beloofden de instructies na komen en de overgebleven olie terug bezorgen.
|
|